Preek over JOZEF (Genesis 41-48)

BAARN

Ds..Jos van Oord

 

Mijn oma zei mij als ik bij haar logeerde dat ik

niet naar de kermis mocht gaan. En zo had je meer van die zaken.Dansen was werelds en fietsen op zondag was uit den boze.Ook op andere terreinen moest je anders zijn. Christenen verenigden zich  in organisaties en politieke partijen.Toen oa.Ds.Buskes zei dat hij als christen op de PvdA stemde was dat een doorbraak.Velen vonden dat niet passen: wereldgelijkvormigheid.

Nou, als er één aartsvader wereldgelijkvormig was in die oude zin van het woord dan was het Jozef wel.

Hij de verkochte broer, de slaaf ...die Hebreeër komt aan het hof bij farao.Door zijn wijsheid, zijn droomuitlegkunde, midden in het hol van de

leeuw,daar waar de goden werden aanbeden. En hij trouwt niet met een meisje 'van hetzelfde houtje',nee met een dochter van Potifara( hij die door Ra gegeven is), bevelhebber van de farao. Jozef trouwt met Asnath.Haar naam betekent: zij behoort aan de god neith, een Egyptische god.En Jozef krijgt zelf ook een andere naam:Zatnath Paaneach:Dat is:hij spreekt en men leeft op!Een naam die veel voorkwam -God spreekt en hij- Jozef mag leven. Zal dat een andere

god zijn dan die van Jozef?Is dat een of andere Egyptische god?Vast wel..of in ieder geval...een andere naam.

Maar –een vraag-:zou de God  van Israel zich ook aanpassen aan de  Egyptische cultuur?

Kan God zich niet in verschillende verschijningsvormen  openbaar maken? Jozef krijgt een naam van betekenis, een Egyptische naam:God spreekt en zal laten leven.

Zou God een God willen zijn bij mensen, die het kleed aandoet van de cultuur die er heerst… of we nu Christen zijn of Islamiet..of we nu een

slavenvolk zijn in de woestijn of farao van Egypte.Jozef assimileert volledig.Hij gaat helemaal op in de Egyptische cultuur.

 

Betekent dat één pot nat...opgaan in het geheel..niet

meer kunnen zien waar hij voor staat? Totale

wereldgelijkvormigheid? Meedoen met de verering van de

zonnegod? Of de maangod? Egyptenaar worden met de Egyptenaren? Jozef krijgt kinderen van zijn Egyptische vrouw en in de naamgeving ontdekken wij dat Jozef zijn opdracht vasthoudt, of beter: blijft geloven in de God van zijn vaderen.Hij houdt zijn identiteit vast.In de namen van de kinderen ontdek je lijnen.De

eerste:Manasse;Hij doet vergeten, de ellende, al mijn moeite.Dit kind doet mij dat vergeten.Je hebt kinderen die je – hoe spijtig- alleen maar ellende bezorgen .Waar je door verlamd raakt.Maar hier bij

Jozef:dit kind vergeet mijn moeite..kinderen kunnen doen vergeten.En Efraim:dubbel vruchtbaar, betekent zijn naam.God heeft mij vruchtbaar gemaakt.De oudste doet aan het verleden denken, de jongste aan

de toekomst.

 

Jozefs leven wordt samengebald in deze twee

kinderen, deze twee namen.En daarmee geeft hij zijn programma aan. Want het zijn niet zomaar namen.Zijn geloof komt tot gestalte in zijn daden.Jozef trekt door het land als een soort econoom:samen delen, roept hij,hij heeft het over de economie van het

genoeg.

 

Jozef doorkruist het land. De Hebreeër komt met een beleid: wij hebben verantwoordelijkheid voor de toekomst,zegt hij..geloven heeft met ons handelen te maken, onze keuzes. En Ergens ver weg, in een klein landje,Kanaan(waar honger is), wordt van deze

economie gehoord,er is daar brood. Nu was Egypte ook een vruchtbaar land. Die vruchtbaarheid was alom bekend. En Jozef..die zijn Ego heeft afgelegd (door af te dalen naar Egypte én door zijn put-ervaring)..richt zich op de ander. Wat een verandering in een mens. Hij was – om het met het lied van na de preek te zeggen:een stuk wrakhout, een drenkeling,..en nu: veranderd..een metamorfose: stem die mij roept: wie ben je? Mens waar is je broer? En Jozef kijkt om zich heen..ziet het brood op zijn tafel..en breekt en deelt.

 

Dat is een pracht economie. Daar komen de broers op af! De broers die hem destijds als slaaf verkochten komen nu bij Jozef, de machthebber.En er wordt gedeeld van wat er is.

In de Bijbel krijgen we dan die mooie verhalen van de

ontmoetingen tussen Jozef en zijn broers, uitlopend in de climax:'toen maakte Jozef zich bekend aan zijn broers'.De openbaring wordt openbaar. Jij die mij ik maakt (lied).Ik ben Jozef, jullie broer,En hij weende.De schaamte voorbij,de schuld

voorbij.

 

Jozef:niet jullie,maar God heeft mij naar Egypte doen gaan.Hij zegt het wel drie keer.Kan je dat zo duiden?De broers hebben hem toch als slaaf verkocht naar Egypte. En dan zeggen: God heeft mij gezonden. I s dit geloof? Of gekte? Het is de gekte van het geloof.God heeft mij deze vrouw gegeven, zei laatst iemand tegen mij...en hij ontmoette haar op een

vakantiereis,ja toevallig. De gekte van het geloof. Een slaaf wordt verkocht naar Egypte,wordt machthebber,broodheer voor velen en blijkbaar zit God daar nog achter ook. De gekte van het geloof. Niet het lot is in dit leven beslissend, maar hoe je het tegemoet treedt,wat je er zelf van maakt. Het is geen toeval, het valt je toe. Ook Jozef.

Hij laat zijn vader ook naar Egypte komen. Om te delen.

Zo stelt Jozef zichzelf in dienst van anderen. Er komt een verzoening. Een EO familiediner, want de grote witte wagen zit vol met zijn broers!

Je wordt ook gevormd door conflicten. Je kunt er samen goed uitkomen. Dat moet hoop geven aan  degenen die vastzitten in familie patronen of rondlopen met familieproblemen. Maar het vraagt om inzet. Het kan zomaar uit elkaar vallen. Als Jozef onverschillig was gebleven dan was de band verdwenen, nu is er weer verband.

 

 

En dan volgt het laatste deel van de Jozefverhalen:de zegening van de beide zonen van Jozef door Jakob. Jabob’s kleinkinderen. Manasse en Efraim.       

Breng hen toch bij mij, op dat ik hen zegene. Jakobs ogen,staat er-  waren dof geworden door de ouderdom,hij kon niet zien. Het is een herinnering aan zijn eigen geschiedenis. Jakob  steelt de zegen van zijn vader Isaak,die ook niet meer kon zien. De geschiedenis herhaalt zich in de generaties. Veel van  uit je leven komt  weer terug,soms even,

soms langer. Herinneringen,ervaringen,onverwerkte zaken...Jakob moet er aan gedacht hebben, nu hij voor zijn dood zijn twee kleinkinderen zegent.En dan gebeurd het:Toen strekte Israel (Jakob) zijn rechterhand uit en legde die op het hoofd van

Efraim,hoewel hij de jongste was...en zijn linkerhand op het hoofd van Manasse, ofschoon hij de eerstgeborene was. Zijn handen legde hij dus kruiselings neer.Jozef protesteert nog even. Zo niet, mijn vader,zo niet. Maar zijn vader weigert het en zegt:ik

weet het mijn zoon, ik weet het. Weer de kwestie van het eerstelingschap, de rode draad door het boek Genesis:Kain en Abel,Ismael en Isaak,Jakob en Ezau, Menassa en Efraim.In al die gevallen legt de Tora een voorkeur aan de dag voor de jongere. De

kleinste zal DE grootste zijn. Efraim( de jongste)is de toekomst,de vruchtbaarheid.  Je kunt nog zo getekend zijn door het leven,jouw leven mag toekomstgericht zijn. Verwachtingsvol. Het kleine, kwetsbare,de laatsten gaan voorop.

En Jozef zegt tot zijn vader:zo niet mijn vader, zo niet. Dit is de oudste, Manasse..u moet uw rechterhand op ZIJN hoofd leggen. En zijn vader weigert en zegt:ik weet het mijn zoon, ik weet het..Maar Gods beleid is anders, de wereld omgekeerd. Veracht dan niet de kleinen en die verloren zijn..wie later is geboren, komt eerder aan de tijd… de broeder kent de broeder als een die voor moet gaan..Stem die mij roept:wie ben je…mens waar is je broer…Stem die geen naam heeft, mensen zonder stem… stem van die drenkeling, van dat stuk wrak hout…dat een mens blijkt… als hij mij aankijkt...