Jongeren hebben het zwaar in deze tijd. Ze worden beknot in hun vrijheid en leveren vooral in om te voorkomen dat anderen ziek worden. Voor henzelf heeft het coronavirus vaak geen directe gevolgen, maar ze moeten zich wel schikken naar de maatregelen om anderen te beschermen.

 

Daar reageert iedereen op zijn of haar eigen manier op. Er zijn er die gaan rellen. Er zijn er ook genoeg die verstandig en verantwoordelijk met de maatregelen omgaan. In mijn ervaring is dat gelukkig de grootste groep. Dat er dan toch nog ruimte is voor inspiratie en ontmoeting tussen jongeren werd duidelijk toen ik in de Boni was voor wat boodschappen. Daar ving ik een gesprek op van drie jongeren terwijl zij aan het werk waren. Hun gesprek ging over religie.

 Uit het gesprek kon ik opmaken dat één van de jongeren een christelijke achtergrond had. Hij vroeg een meisje dat een hoofddoek droeg hoe zij in hun religie over Jezus dachten en luisterde naar haar antwoord. De derde mengde zich in het gesprek omdat hij in niets geloofde en wilde weten wat de andere twee uit hun geloof haalden. Met een glimlach op mijn gezicht luisterde ik hoe het gesprek vorm kreeg, terwijl alle drie de jongeren doorgingen met hun eigen werkzaamheden. Er was geen onenigheid, geen discussie over wat wel of niet waar was, maar interesse in elkaars wereld en in elkaars waarheid.

Om hun gesprek niet te verstoren, bleef ik wachten tot het was afgelopen om de boodschappen te pakken die ik nodig had. In die tussenliggende tijd realiseerde ik me dat zingeving en inspiratie op ieder moment kan ontstaan. Iedere ontmoeting in het dagelijks leven is een kans om tot verbinding te komen. Grenzen kunnen verdwijnen in de eenvoud van alle dag. Als we elkaar ergens treffen, is er altijd iets wat we delen, ook als onze achtergronden verschillen. Deze drie jongeren waren elkaar in een moskee of een kerk nooit tegen gekomen. Zij delen een baantje als vakkenvuller en in dat gezamenlijke doen, komt ook hun levensovertuiging samen. Natuurlijk ligt het aan de manier waarop deze jongeren hun contact vormgeven, maar goed; het kan dus wel. In een willekeurige supermarkt in Baarn is ruimte om tot elkaar te komen en om te overbruggen wat ons van elkaar verschilt. Toen ik zo naar deze jongeren stond te luisteren bedacht ik me dat grote wereldse conflicten waarin mensen elkaar ernstig beschadigen, misschien alleen maar op kunnen lossen in de eenvoud van alledag. In het kleine van het dagelijks leven kunnen grootse ontmoetingen ontstaan, als er ruimte en openheid is voor elkaars visie en ideeën. Deze drie jongeren gaven daarin het voorbeeld zonder dat ze dit wellicht zelf in de gaten hadden. Juist omdat dit zo natuurlijk ontstond, maakt het tot iets moois om hier te delen.

 

Annerieke van Wijhe