PREEK PAASKERK
26 november 2017

Lezing uit Johannes 12:24-25

Laatste zondag kerkelijk jaar.

 

 

Afscheid nemen van het leven gaat vaak gepaard met gevoelens van pijn, rouw en gemis.

Vasalis dicht: ‘Zoveel soorten van verdriet, ik noem ze niet. Maar één, het afstand doen en scheiden.En niet het snijden doet zo’n pijn maar het afgesneden zijn’.

En dat valt zwaar. Bij dood en verlies wordt de bestaande heelheid doorbroken. Er komen barsten en breuken. Je sterft ook zelf een beetje.

Alleen achterblijven. Of je ouderlijk huis opruimen.

Ik heb de indruk dat Jezus hier met zijn opmerking over de graankorrel meer over het leven spreekt dan over de dood.

Hij spreekt over ons. Hij spreekt over ons leven. Hij legt zijn woord over de graankorrel uit als een levensles.

Ik hoor een paar dingen.

Hij zegt dit op weg naar zijn afscheid. Zijn dood. De graankorrel in de aarde die sterft. Maar ook nieuw leven geeft. Tot op vandaag horen wij zijn verhalen, leven we er uit. Zijn we er door geraakt, of je er nu uit leeft of niet. Het is traditie, ook cultureel erfgoed. En hoe wij hier ook zitten… we delen de vruchten van deze traditie, vruchten van liefde en vrede, van Bijbel en  liturgie, van tolerantie, van gerechtigheid. We zijn ook vandaag sterk in de weer met het zoeken naar onze eigen christelijke traditie.

Dat geldt ook voor van wie u afscheid heeft moeten nemen. Leeft hij/zij ook niet voort in uw hart, wat heeft u niet allemaal van haar/van hem meegekregen, bewaard. Ik heb iets van mijn vader, van mijn moeder. Van je grootouders. Wat heeft u niet allemaal meegekregen van degene wan wie u afscheid neemt vandaag. De vruchten van de graankorrel.

Naar mate ik ouder word voel ik dat ik mijn gestorven ouders meer nabij kom, veel van ze meedraag. Alsof ze steeds sterker in mij op staan. Misschien komt dat ook doordat mijn vader 70 is geworden, dat word ik ook al heel snel. Maar goed, ze zijn dichter bij mijn leven gekomen. Je draagt ze mee.

En dat is het tweede wat ik hoor.

Dat je de diepte in moet gaan. Graankorrel in de aarde.  Nou die diepte kom je vanzelf wel tegen, als je van afscheid nemen weet van een geliefde. Dood brengt je bij het leven. Bij de kern, de diepte in.Die diepte… oh zei iemand:die eenzaamheid, dat alleen naar bed gaan.Alleen opstaan. Elke week gaat hij naar het graf van zijn vrouw.Je gaat de diepte in. Dood brengt je bij het leven. Bij de kern.

 Wie ben ik zelf als kind, dochter,kleinkind, zus, broer…vragen komen over ouders, over leven,over sterven. Je staat stil. Er is Diepgang.Je staat stil.

Het leven aan de oppervlakte is alleen consumeren, voortdurend iets halen, relaties met mensen hebben als of het objecten zijn. Tegenover dat oppervlakkige leven staat een contemplatief leven, aandachtig leven…. dat je verblijft in de diepte, een ander woord voor diepte is geheimenis. Een filosoof zei: ‘wie van diepte weet heeft weet van God’. God is levenskracht, god is adem, God is de diepte van de werkelijkheid,van ons bestaan, in je, in je innerlijk. Diep leven, bewust leven, leven met dat geheimenis, dat de graankorrel sterft in de aarde.

Bij rouw gaat het niet om DOORleven, maar om door LEVEN. Bewust leven. Aandachtig leven. En wil je zo leven…ja dan is die levenswijsheid van Jezus van belang.

Dan is sterven hier dus symbolisch bedoeld: het kleine sterven. Ik bedoel, de diepte ingaan. Delen van ons zelf los laten, ons eigen ‘ik’ dat we soms moeten loslaten, ons persoontje, zoals we dat denken te kennen met al onze angsten en verlangens dat we soms moeten loslaten, willen we verder groeien. Risico's lopen, je investeren, er onderdoor dreigen te gaan.   
Je moet het loslaten, zeggen we vaak tegen elkaar of onszelf, misschien soms ook te snel en te makkelijk, want alleen al het feit dat we het woord ‘moeten’ erbij gebruiken, laat zien hoe moeilijk het is. Want hoe kun je loslaten als mens? Kun je dat ooit werkelijk leren? Kun je er beter in worden of blijft het altijd een strijd? Denk het wel.

Bij rouw gaat het niet om DOORleven, maar om door LEVEN.

De weg van de graankorrel. 

Het vraagt je om te aanvaarden dat het leven pijn doet.. Dat is lastig. Er komen straks mensen naar voren met knikkende knieën, met een bonkend hart.

De meest kostbare zaken in het menselijk bestaan zijn niet los verkrijgbaar. Zijn nooit zonder risico, zijn vaak ook vermengd met pijn, teleurstelling, moeite.

Dat is ook wat we zien bij Jezus. Er is De verleidelijke gedachte om de weg te kiezen van het comfort. Om daar van weg te gaan, maar dat is onmogelijk.

 

Ik eindig.We gaan zo de namen noemen. U komt naar voren. En weet dan dat u omringd bent door ons, elkaar. De liederen, de cantorij, de muziek. Het zijn de vruchten van de graankorrel. Ik hoop dat u geraakt wordt. En u gedragen weet.

 

Het was een grote gok die de graankorrel Jezus nam: zo totaal en onvoorwaardelijk zich uitleveren aan de aarde. Hij nam het risico, ging er onderdoor, gaf zich over. Maar Hij moest maar afwachten. Geduldig zijn. Als we het evangelie echter mogen geloven heeft De Ene, God er op Paasmorgen voor eens en voor altijd zijn handtekening onder gezet, onder dat levensprincipe. 'Indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort.'

En dit gaat ook op voor ons nabestaanden. We zijn het allemaal.  Allemaal hebben we geliefden verloren. We zijn zelf ook een beetje dood gegaan, er is gemis, verdriet…er is schuld wellicht… maar er zijn ook de vruchten, het leven dat ons omarmt.

De Duitse dichter Rilke dichtte ooit:

En in de nachten vervalt de zware aarde, 
de eenzaamheid in, weg van elke ster.
Wij allen vallen, deze hand hier valt.
En zie de anderen: het is in allen.

 

En toch is er Een 
die al dit vallen oneindig zachtjes in zijn handen houdt.