Hij gaat jullie voor
Preek over Marcus 16:1-8 en Ezechiël 37:1-14
Paaskerk Baarn, Pasen, 8 april 2012
Ds. C. Kruijswijk Jansen   

Waarom is Pasen zo hoopvol? Omdat we gedenken dat Jezus opstaat uit de dood. Het gaat om nieuw leven is deze soms zo godvergeten wereld. Jezus zegt toe ons niet alleen te laten gaan: “Ik ga jullie voor”. Hoe uitgeblust je je ook kunt voelen, hoe vergeten ook, alsof je niet meer bestaat, je wordt opgewekt tot een nieuw leven, met nieuwe hoop en nieuwe verwachting.

Ik moet denken aan een oud collega, die zo jong stierf. Kanker had ze, met vallen en opstaan twee jaar. Iedereen stuurde haar kaarten met afbeeldingen en bijbelteksten e.d. Het mooist vond ze de kaarten met afbeeldingen van voorjaarsbloemen. Ze zei: “Het zijn tekenen, symbolen dat het oude hout weer tot bloei komt; het leven gaat toch door”.

PaaskerkPaaskruis-1-klein

Het doet me  denken aan een gedicht van Ida Gerhardt, de afgelopen week maakte iemand mij daar opnieuw op attent. Pasen heet het

Een diep verdriet dat ons is aangedaan

kan soms, na bittere tranen, onverwacht

gelenigd zijn. Ik kwam langs Zalk gegaan,

op Paasmorgen, zéér vroeg nog op den dag.

Waar onderdijks een stukje moestuin lag

met boerse rijtjes primula verfraaid,

zag ik, zondags getooid, een kindje staan.

Het wees en wees en keek mij stralend aan.

De maartse regen had het 's nachts gedaan:

daar stond zijn doopnaam, in sterkers gezaaid.

In de nog zwarte aarde zie je het tere jonge groen met je naam, als een echo van wat Jesaja sprak: “Ik heb je bij je naam geroepen, jij bent van mij”.

Pasen is ook het verhaal van twee door het leven gehavende mensen. Ze hadden zoveel achter de rug, en toen vonden ze elkaar op latere leeftijd. Ze zaten voor me en we zongen, misschien wel omdat zij er zaten, het paaslied gezang 210: “Keerde de Heer der schepping weer dan is het tevergeefs niet meer te bloeien en te minnen”. Twee mensen die weer opnieuw tot leven kwamen.

Waarom is Pasen zo hoopvol? Omdat Jezus leeft, omdat wie hij is, waar hij voor staat, niet tevergeefs is. Zijn liefde, zijn inzet voor mensen, tot in de dood hield hij vast aan zijn liefde: het is net tevergeefs. Op Pasen mag je zeggen dat Liefde sterk is als de dood, beter misschien: Liefde is stérker dan de dood. Het inspireert ons tot op de huidige dag.

Net zoals die vrouw uit het Paasverhaal ons inspireert, Maria Magdalena. Ook zij leeft niet tevergeefs. In het begin van het Lucasevangelie wordt haar naam genoemd, een vrouw die bezocht, misbruikt wordt door zeven boze geesten. Jezus maakt haar daar van los, bevrijdt haar. Zij wordt volgeling van Jezus, een van de meest trouwe. Zij volgt hem, zij is betrokken bij zijn gevangenneming, betrokken is ze bij de graflegging, en nu is ze betrokken bij het geopende, lege graf. Drie keer het zelfde werkwoord dat zien, aanschouwen, innerlijke betrokkenheid betekent. Tot háár wordt gezegd: “Hij gaat u voor”. Het leven ligt voor je!

Waarom is Pasen zo hoopvol? Niet omdat het leven verandert, jammer genoeg blijft alles bij het oude, de wereld is nog niet zo godvergeten als voor die tijd. Maar er is wel wat gebeurd. Er is een teken zichtbaar, een houvast is ontstaan in de soms zo godvergeten tijd. “Hij gaat u voor”: Je krijgt de kracht om te leven; je krijgt ook de kracht om afscheid te nemen en te kunnen sterven; je krijgt ook de kracht om achter te kunnen blijven en de draad op te pakken en dóór te gaan.

Het is als in dat wondere visioen van Ezechiël, die mensen in hun ballingschap aantreft, zo uitgeblust, zo terneergeslagen dat het leven eruit lijkt weggevloeid. Ezechiël ziet de Geest van de Heer over hen gaan, hen inspireren zodat ze tot leven komen, opnieuw gaan leven, op weg de toekomst tegemoet. Het is een visioen dat je helpt om het vol te houden, om uit te stijgen boven jezelf.

Het is te mooi, ik moet wel een correctie aanbrengen. De twee mensen die voor me zaten en voor wie het zo’n feest was om te zingen dat het niet tevergeefs meer was om te bloeien en te minnen, ze hebben het samen niet gered. Na verloop van tijd gingen ze weer uit elkaar, de schade aan het leven was te groot. Afzonderlijk zetten ze hun gehavende leven voort, tot op vandaag. En de ballingen die door de Geest tot leven waren gewekt: het wordt volgens Jesaja maar een hele kleine rest die terugkeert naar Jeruzalem om de levensdraad weer op te pakken. En Maria Magdalena en de andere vrouwen bij het graf, ze vluchten weg. Ze zijn zo bang, zo vol angst dat ze tegen niemand iets durven te zeggen.

Iedere keer merk je hoe weerbarstig het leven is, zo vol onrechtvaardigheid. Er is zoveel moord en doodslag, dat je hoop zou doen verliezen. Je kunt je zo eenzaam voelen dat je je wanhopig af gaat vragen : Wie ben ik eigenlijk? Waarom ben ik er nog? Je kind kan doodziek worden, nog maar kort te leven hebben, en je vraagt je vertwijfeld af hoe het in ’s hemelsnaam verder moet. Wat is recht, wat is rechtvaardig? Ik weet vaak niet wat ik zeggen moet, daar zijn geen woorden voor. Je kunt niet meer dat er een beetje bij gaan zitten, nee beter, heel geconcentreerd aanwezig zijn en niet in de steek laten.

Op Paasmorgen klinkt die stem: “Hij gaat u voor”, ik ga met je mee, ik laat je niet los, als een stem in de nacht. Willem Barnard haalt een ander visioen nbaar voren als hij in gezang 225 dicht “Hij gaat u voor in wolk en vuur, gunt aan uw leven rust en duur en geeft het zin en samenhang. Zing dan de Heer een nieuw gezang”.

Zin en samenhang ontstaat onderweg, al doende. Ontstaat als je op weg gaat, achter Hem aan. Daarom klonk aan het begin van de dienst de proclamatie van Pasen, de oproep om op weg te gaan in het slot van het evangelie van Marcus, het kan immers niet blijven bij schrik, angst en zwijgen. Het gaat er om om op weg te gaan en de demonen van het kwaad te bestijden, om elkaar te willen verstaan, er voor elkaar te zijn, en vooral, om niet bang te zijn. Liefde is sterk als de dood, dát ontdek je al doende.

De stem sprak: “Hij gaat jullie voor”. We hoeven alleen maar te volgen.

 
Amen.