“Gracias a la vida” 

 

Preek nav Paaskerk Baarn, 11 november 2018

Schriftlezing: Een spoor van dankbaarheid door de Schrift heen:

Gen 8: 15-20 Noach brengt een dankoffer aan God

Jona 2: 6-10  ‘Ik zal mijn stem in dank verheffen...’  11 nov. 2018

Matteus 14: 15-19 Jezus kijkt omhoog naar de hemel, spreekt het dankgebed uit en deelt.

Luisterlied ‘Gracias a la vida’ door Mercedes Sosa

ds Marleen Kool-Mout

 

Gracias a la vida

Jos ging net voor dankdag voor het programma ‘Met hart en ziel’, naar een boer in Aalten...Kun je danken, na zo’n hete, droge lange zomer? vroeg hij.

De boer vertelde over de verdorde velden, en liet het zien....

er was nauwelijks gras voor z’n koeien om te eten....

het groeide wel weer, maar bevat zo weinig voedingswaarde dat ze al maanden bijgevoerd worden met het wintervoer.  

Z’n veestapel is kwetsbaar geworden...hun conditie sterk achteruitgegaan.

Mager zijn ze. Net als de oogst van het land, die is ook mager.

Vele boeren zijn zwaar getroffen dit seizoen...en hebben grote zorgen.

Valt er nog wel wat te danken? Ja toch, zei de boer uit Aalten uit de grond van zijn hart:

Ik zie een veestapel die zijn best doet, met goede gezondheid kunnen we ons werk doen.

Dat geloofsvertrouwen dat we mogen hebben, dat God voor ons zorgt, dat maakt dat wij oprecht kunnen danken. Wij denken dat we alles in de hand hebben,

We hebben ook veel in onze handen, er is kunstmest, we hebben sproei installaties...er is wintervoer...veel is maakbaar.... en hier in het westen denken we vaak, dat we alles maakbaar is...maar deze tijd leert ons weer des te meer: we zijn ook afhankelijk. Afhankelijk van wat ons gegeven wordt. Wijze woorden. Een ontroerende ontmoeting, was het.

 

Valt er iets te danken? Een goede vraag aan ieder van ons. Er valt ontzettend veel te danken...dat we een dak boven ons hoofd hebben, er is drinkwater, voedsel, dat er mensen zijn, kinderen om van te houden. Dat we in vrede leven...

Tel je zegeningen! En toch...we komen er vaak niet aan toe. Veel van wat goed is, wordt vanzelfsprekend. Mooi dat er in al die 365 dagen van het jaar een dag is om er bij stil te staan.

Dankdag volgt meteen op Allerzielen...dat is vast niet zomaar.  Danken en gedenken hebben wat met elkaar. Dank voor het leven, we vieren het in het licht van ‘alles wat voorbij gaat’.

Danken gaat niet alleen om geluk, om succes. Dank omvat het volle leven.

‘Dank God onder alle omstandigheden’, schrijft Paulus in een van zijn brieven aan de gemeente in Tessalonizenzen.

Kun je dan voor alles dankbaar zijn?

Nee, we kunnen niet dankbaar zijn voor geweld, voor oorlog, voor honger, onderdrukking en uitbuiting. We kunnen niet dankbaar zijn voor ziekte, voor ontrouw...voor het sterven van een vriend.  Hoe kun je nu dankbaar zijn, als je leven overhoopligt?

Als je oogst mislukt? Danken onder alle omstandigheden? Het klinkt zo eenvoudig.

Het kan helpen als je bedenkt dat danken en gedenken dicht bij elkaar liggen.

 

Ik zocht deze week naar verhalen in de bijbel, personages die daar iets van laten zien. Van danken oog in oog met wat is. Met het volle leven. In Noach vond ik een sprekend voorbeeld.

Een dramatisch verhaal is het. U kent het wel. God kan al het onrecht niet meer aanzien en besluit tot een allesverwoestend oordeel: 40 dagen regen.... zondvloed heet dat...alles wat leeft en bestaat, wordt weggespoeld. Een verhaal is het, dat overigens in meerdere oude culturen op een vergelijkbare wijze wordt verteld. Het zal een collectieve oerangst van de mens weerspiegelen. Dat alles kan vergaan...


In ons bijbelverhaal, sluit God met Noach, (zijn naam betekent zoiets als troost, rust....)een verbond.

Een verbond, dat drukt uit: God zal er voor je zijn, wees jij er ook voor God.  (Ik voor jou, jij voor mij) In dat vertrouwen en die bereidheid stapt hij de ark in.

 

Terwijl de regen op het dak tikt, en het leven op aarde vergaat, blijft het gezin in het schip vol dieren bewaard.... het is een vrij macaber verhaal...want je wordt er beroerd van als je voorstelt hoe het al die anderen buiten de boot zal vergaan....

Na 40 dagen doet Noach de deur van de ark open... chaos alom...

En wat doet Noach in die omstandigheden?

Met zijn voeten in de modder, bouwt hij een altaar, kijkt hij omhoog en dankt God. 

Hij dankt, waarvoor? Hij ziet droog land, een nieuw begin.

Dat er een kans van leven is. Een mogelijkheid om op te bouwen, te bestaan...

Hij beseft, zo stel ik mij dan voor, dit moment is ons gegeven.

En hij pakt op wat voor handen is.  

Het is een houding die steeds terugkeert in mensen door de eeuwen heen.

In Jona zagen we het: gezonken was hij, afgedwaald tot op de bodem, het water staat hem aan de lippen, maar hij komt tot inkeer, gaat uiteindelijk niet ten onder, richt zijn blik omhoog of beter gezegd naar binnen, hoe dan ook, naar de hemel, waar hij God ontmoet....en belooft: ‘ik zal mijn stem in dank verheffen....’

 

‘Je moet niet klagen maar dragen’, zei mijn grootmoeder tegen haar vriendinnen.... en daar achteraan: Tel je zegeningen... sommigen hoorden dit tot hun grote ergernis....je mag heus wel eens mopperen...en hoeveel lucht kan het geven eens lekker te klagen...over dat zware leven dat je hebt...

 

Soms kom je zelf voor iets heel moeilijks te staan...valt er nog wat te danken? Niemand kan het je opleggen, respect heb ik voor wie het volhouden....

Ik zie hoe het mensen kracht geeft.

Kijk maar naar de boer in Aalten, naar Noach in de modder, Jona in de buik va de vis...Jezus temidden van die duizenden hongerige mensen. Maar ook onder ons zie ik het gebeuren.

Mensen die niet alles laten bepalen door hun omstandigheden, dwars door alles heen, hun ogen opheffen, Goddank fluisteren of hardop zeggen.... het geeft hen perspectief....vertrouwen dat ze gezien, gehoord worden. Mijn dank heeft een adres: de Eeuwige, Bron schepper van leven ziet hoort ons..

 

Het is een kunst en ik versta het ook als een uitnodiging,

verbonden aan onze christelijke identiteit, ons geloof, om onszelf daarin te blijven oefenen... in dankbaar leven. 

Ik zie het Jezus doen. Zo diepgeworteld in vertrouwen, in God. Met open handen, dankend, biddend, zegenend.

 

Het zou een grondhouding van ons mogen zijn... 

vanuit onze christelijke wortels, ontvangen we ons leven als een geschenk.

weten we dat het niet maakbaar is,

Genade noemt de bijbel dat met een mooi woord. 

 

Dat maakt dat het niet en nooit vanzelfsprekend kan worden dat je er bent, dat de ander naast je er is, dat de aarde vruchten geeft.....

 

Je kunt het leren, er is een methode voor, zegt David Steindl Rast, een Benedictijnse monnik, dankbaar leven, En eigenlijk is het heel eenvoudig.

Het is precies zoals je als kind geleerd hebt hoe je een straat moet oversteken.

Misschien herinnert het u zich nog wel: eerst stoppen. Goed kijken. En dan gaan.

Dat is alles wat je nodig hebt om dankbaar te leven. Stoppen, kijken en gaan....

 

Maar...dan dient zich al gauw het eerste probleem aan. Want, hoe vaak stoppen we?

We gaan met vaart door ons leven.

Het zou helpen om wat vaker vaart te minderen. Het helpt als we rustiger worden, als we stoplichten neerzetten in ons leven.

 

Je opent je ogen...., je oren... je neus.... je opent al je zintuigen.

Voor wat je in het leven is gegeven. De mogelijkheid om er te zijn.

En dan, dan kun je gaan, iets gaan doen.  

 

Het simpele Stoppen, kijken, gaan.... kan ons leven, onze wereld veranderen zegt deze monnik....

Want wie dankbaar is, is niet bang. En wie niet bang is wordt niet gewelddadig.

Wie dankbaar is heeft genoeg. Voelt zich niet tekortgedaan. Wie dankbaar is, is bereid te delen.... en is niet bang voor verschil. Wie vanuit dankbaarheid leven, weet dat het niet om gelijkheid gaat, maar om gelijkwaardigheid.

 

Dank voor het leven, niet omdat het zo perfect is of zo geslaagd allemaal,

maar omdat het goed is te danken, in het besef dat het je gegeven is,

tijd om te zaaien, te oogsten. Een tijd om op te bouwen, een tijd om af te breken...een tijd om te huilen, een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen een tijd om te dansen, een tijd om te baren, een tijd om te sterven.... (prediker 3)

Kortom: het is ons gegeven, een tijd om dankbaar te leven

met anderen aan de hand, voor Gods aangezicht.