Afgelopen week liep ik de kerststallenroute in Baarn. Samen met Lisa (fictieve naam), het kind dat via pleegzorg regelmatig bij me komt, liep ik langs allerlei verschillende bouwwerken in de tuinen van mensen. De route wordt, in mijn beleving, ieder jaar mooier. Lisa en ik verwonderden ons om de creativiteit van kikkers met een mondkapje, de storm in de woestijn, de stal met flesjes als poppen, lego, nijntje en ga zo maar door. Bij de kerstengel vol met wensen, bleven we staan. Samen met ons stond er een groep kinderen, die één voor één hun wensen op schreven.

“Ik wens een paard” hoorde ik een kindje zeggen. “Ik wens ook een paard” zei een ander. “Ik een iPad”. Enigszins triest luisterde ik er naar, tot ik een kind in het groepje hoorde zeggen: “Jongens, jullie wensen allemaal alleen maar voor jezelf. Ik wens dat er geen honger meer is in de wereld” “Ja” zei Lisa naast me, die nog nadacht over wat zij op zou schrijven “Dat wens ik ook, dat er geen honger meer is in de wereld”. Wat er gebeurde, vond ik mooi voor wat deze tijd symboliseert; dat er in een, op het individu gerichte wereld, mensen wakker worden, die met hun uitspraken anderen bewust maken van wat ze doen. “En wat wens jij, Annerieke” hoorde ik Lisa naast me zeggen. “Dat er veel meer kindjes zijn als zij, die niet alleen aan zichzelf denken, maar vooral ook aan anderen die het minder goed hebben in hun leven dan wij.” zei ik. Het meisje keek in mijn richting en zei. “Ook mooi, maar misschien een beetje te groot voor dat briefje”. Daar moest ik om lachen, helderheid kent geen grenzen. De zin is inderdaad te lang voor het briefje en de grootsheid ervan laat zich misschien ook niet vatten in een zinnetje. Toch draag ik deze wens bij me en hoop ik dat er veel kinderen (en volwassenen) zullen zijn, die oog houden voor het grotere geheel en anderen bewust maken met hun opmerkingen en hun vragen.  

 

Annerieke van Wijhe

 

Inmiddels is de engel bedolven onder der wensen.